Hoe je gedoe binnen de band oplost – en elke week een fijne repetitie hebt
Gedoe binnen de band hoort erbij.
Soms vindt de ene nu eenmaal iets anders dan de andere.
Bijvoorbeeld. Bandlid 1 vindt een zelfbedachte tweede stem lelijk - bandlid 2 vindt ‘m juist prachtig.
Of: bandlid 1 gebruikt een bepaald gitaargeluid voor zijn solo - bandlid 2 vindt de sound verschrikkelijk.
Hoe los je dat op, zonder dat mensen zich op de tenen getrapt voelen? Zonder smaakdiscussie? Zonder dat de repetitie stroef verloopt en je aan het einde amper een noot gezongen hebt?
Daar is een eenvoudige manier voor.
Om deze goed te begrijpen, is het handig om te kijken wat er gebeurt aan de binnenkant van mensen. Met een persoonlijk voorbeeld.
Vandaag was er gedoe binnen mijn eigen band. We hadden de week ervoor een nummer opgenomen in de studio. Ik moest zingen. Mijn mede-bandlid had de opname thuis teruggeluisterd. Ik kreeg zijn feedback via Whatsapp:
"Ik merk dat er, qua zang, in de hoogte nog geknepen wordt. Daar krijg ik een beetje de kriebels van."
Ik voelde mezelf direct kleiner worden. Ik had alles gegeven tijdens de opnames, inclusief mijn hart. Ja, de melodie was hoog geweest. Ik had mezelf onder het zingen al onzeker gevoeld over de hoogste noten. Dat werd na de opname niet beter toen die ander ook nog had voorgedaan hoe mijn stem had geklonken. “Hear the bíeíeíeíet! Je klinkt daar geknepen.“ Auw.
In het tweede deel van de Whatsapp stond:
"Geen aanval, hè. Gewoon nog ruimte voor verbetering."
Maar ik was niet boos. Ik voelde me juist klein. In mijn hoofd werd ook direct mijn eigen kritische stem wakker. Die zag zijn kans schoon: "Jenne, je kunt inderdaad niet zingen met je lelijke stem, wat denk je wel niet!?" Tja, ik ben ook maar een mens hè, net zo gevoelig voor feedback als vrijwel iedereen, ondanks al mijn ervaring en muzikale vaardigheden.
De intentie van de feedbackgever was ook goed. Hij wilde het beste uit mij halen. En hij had duidelijk de cursus ‘feedback geven’ gevolgd. Gaf netjes zijn mening vanuit de ik-vorm. Zei wat het met hem deed.
Maar de reguliere manier van feedback geven werkt niet in muziek.
Nog een voorbeeld met wat minder voorzichtigheid, echt gehoord in een andere repetitieruimte:
[Op stevige toon:} “Dat zing je echt heel lelijk.”
De stemming was gezet. Je voelde direct dat de ander de hakken in het zand zette. Terecht. De opmerking was lomp en diende het muzikale proces niet. De ander werd bozig.
Toch bleef de feedbackgever de onschuld zelve. “We moeten dit toch tegen elkaar kunnen zeggen?”
Feedback geven op iemands stem of spel verdient grote zorgvuldigheid.
Je zegt iets over iemands eigen geluid én over het hart dat daaronder zit. Dat kun je wel logisch gaan benaderen ("ik moet kunnen zeggen wat ik vind. Die ander is niet volwassen als hij daar niet tegen kan"). Maar als je muziek maakt, is niemand meer volwassen. Muziek maak je met je hart. En dat maakt áltijd kwetsbaar. Muziek is altijd verbonden aan iemands eigen emotie, gevoel en identiteit.
Met verkeerd gebrachte feedback zet je het muzikale proces op slot binnen je band. Mede-muzikanten klappen dicht of gaan juist in de aanval.
Maar hoe dan wel? De oplossing is simpel!
Wat hebben beide feedbackgevers nagelaten in bovenstaande voorbeelden?
Ze hebben niet één keer gezegd wat ze wél wilde horen.
Dat is de clou.
Zeg niet wat je er lelijk aan vindt of niet goed.
Zeg wat je wél wilt horen.
Dan zeg je in principe hetzelfde, maar kom je samen veel verder.
Een handig hulpmiddel vind ik de I like - I wish - What if - methode.
Die werkt simpel. Je zegt bijvoorbeeld tegen die ander:
- I like: het bevalt me dat die twee zanglijnen in het refrein mooi zuiver gezongen worden.
- I wish: ik wens dat er afstemming en balans zit tussen beide stemmen.
- What if: wat als we het nog een keer doen, alsof de stemmen met elkaar aan het dansen zijn en elkaars passen goed in de gaten houden?
Omdat je nergens zegt wat je níet wilt horen, zorgt deze methode voor een goede sfeer direct én blijft het muzikale proces op gang. Het helpt iedereen om te focussen op het muzikale resultaat. En het omzeilt relationeel gedoe en innerlijke triggers.
P.S. In onze band is het toch nog goed gekomen vandaag. Ik heb gevraagd aan mijn mede-bandlid wat hij dan wél wilde horen. Zijn reactie:
“Rust en kracht in de stem. Adem en openheid.”
Kijk. Daar kan ik wat mee.
Over de auteur
Jennemieke Snijders combineert twee vakgebieden: conceptontwikkeling (Concept & Creatie) en muziek (Conservatorium Maastricht). Ze is conceptontwikkelaar voor Tinksel, een bureau in conceptontwikkeling voor de muziek- en cultuursector.
Geef een reactie